Bron: Belle en het Beest. Disney 1991

Sprookjes hebben vaak een diepere moraal. Het sprookje Belle en het Beest begint met een prins die in alle materiële weelde leeft. Toch is de prins niet in staat om voorbij de verschijningsvorm te kijken. Een oude vrouw die om hulp komt vragen en een prachtige roos aanbiedt in ruil hiervoor, wordt weggestuurd. Wanneer de vrouw voor de tweede keer de deur wordt gewezen, maakt haar wereldse gedaante plaats voor een andere gedaante. Die van een prachtige tovenares! De prins wilt het goedmaken maar hij heeft niet werkelijk lief. Daarom leeft hij voortaan als een afzichtelijk beest. De prins blijft een beest totdat hij van een ander heeft leren houden die ook van hem houdt. En dit voor het laatste bloemblaadje is gevallen. Anders blijft hij voor altijd een beest! Niet alleen de prins maar het hele kasteel en al haar inwoners hebben een vloek om op te heffen.

We kunnen het spookje vanuit verschillende invalshoeken interpreteren.

-Het niveau van het individu waarbij elk personage in het sprookje gezien kan worden als een aspect van het individu.

-Het maatschappelijke niveau waarbij elk personage een bepaalde maatschappelijke kracht vertegenwoordigt, samengesteld uit de gecombineerde eigenschappen van verschillende individuen.

In deze tekst is aandacht voor beide invalshoeken.

Allereerst wordt nu de prins besproken. De prins in het sprookje staat symbool voor het aspect van de mens dat we ook wel de materiële mens kunnen noemen en meer in het algemeen het ego. Dat deel van ons dat niet vanuit Liefde handelt maar vanuit angst, verwaandheid, haat en soortgelijke toestanden van zijn. Het gaat hier over het deel van mensen waar velen zich mee identificeren. Het is het deel dat niet erkent dat er meer is dan het fysieke of in elk geval niet wilt erkennen dat er meer is dan eigenbelang dat recht tegenover de belangen van anderen staat. Alles draait om de eigen (materiële) welvaart in plaats van om diepere gedeelde waarden zoals liefde, vrede, moed en medeleven.

De oude vrouw in het sprookje staat als het ware symbool voor het Ware Zelf van Licht en Liefde dat in vermomming is. Ze is vermomd in de mantel van illusie. Het is de illusie van de materiële wereld. Deze heeft een mooie kant, waarin de prins zich waant, en een minder mooie kant. Hoewel de ene kant prettig is en de andere niet zijn ze beide illusie. Het is een illusie van dualiteit.

Zolang er sprake is van dualiteit is er geen echte heelheid. Wanneer je je op een bepaald moment in het ‘goede gedeelte’ van de dualiteit bevindt, maar denkt ‘de rest kan stikken’ dan wijst dat erop dat je niet in staat bent het Ware Zelf te zien. Je wijst het als het ware af. Als je het Ware Zelf maar blijft afwijzen dan beland je in het onprettige gedeelte van dualiteit. Dit wordt gesymboliseerd in het sprookje door het afwijzen van de oude vrouw die een geschenk komt bieden. In feite wordt hier het Ware Zelf, dat in vermomming is, afgewezen.

De prins wilt wanneer hij de krachtige tovenares ziet het ‘weer goedmaken’ maar zij ziet geen liefde in zijn hart en ‘vervloekt’ hem. Wanneer we ons bedreigd voelen door iets dat groter is dan onszelf en opeens zogenaamd alles willen doen om  ‘ons eigen hachje willen redden’ dan is dat niet genoeg. Wanneer we het Ware Zelf dat Liefde is afwijzen, dan vervloeken we onszelf. Wanneer we ons afkeren van ons Ware Zelf dan trekken we andere delen dezelfde richting op. Dit wordt in het sprookje gesymboliseerd door het hele kasteel en al haar bewoners die net als de prins vervloekt worden.

De prins leeft voortaan als een beest dat het onmogelijk acht om door iemand nog te worden liefgehad en de andere bewoners leven voort als meubilair. Ze worden dus gebruiksvoorwerpen. Gebruiksvoorwerpen van een beest in een monsterachtig kasteel. Hiermee wordt gesymboliseerd hoe, wanneer het Ware Zelf dat Liefde is wordt afgewezen, we de verschillende delen van onszelf en elkaar op een beestachtige wijze gebruiken als voorwerpen. Dit in plaats onszelf en elkaar volledig en al te behandelen als bezielde wezens die al het goede en mooie verdienen. In plaats van prachtig wordt de wereld als een kille koude plaats ervaren. ‘Vervloekte kastelen’ zijn niet prettig om in te leven.

Hoewel de prins de oude vrouw – stiekem tovenares maar door zijn blindheid niet juist gezien – tot twee keer toe afwijst, ontvangt hij toch nog een roos. Dit is een magische roos. De roos die wordt gegeven staat symbool voor een leermogelijkheid zoals het leven hier op aarde.

Als de prins de vrouw had binnengelaten, dan had dat symbool gestaan voor het meteen aangrijpen van een leermogelijkheid die wordt aangeboden om meer Liefde te ervaren. Als de prins de oude vrouw had toegestaan in zijn kasteel, dan had zij ook de vorm aangenomen van een beeldschone tovenares. Echter, dan had deze de prins gezegend. Wanneer we de Liefde dat het Zelf is toestaan, voelen we ons gezegend.

De prins koos er echter niet voor om de oude vrouw te verwelkomen. Het sprookje laat weten dat de prins ervoor koos om het Zelf, gesymboliseerd door de tovenares die er in zijn ogen uitzag als een oude vrouw, af te wijzen. In feite is het zo dat de prins, voor de vrouw aanklopte, zich ook al in een staat van afwijzing – van verwaandheid –  bevond. Dat verklaart waarom hij de tovenares niet in haar ware gedaante zag, maar als een oude zwakke vrouw. Wanneer we het Zelf afwijzen creëren we een sluier, een illusie, gesymboliseerd hier dus door de oude krakkemikkige vrouw.

Maar de tovenares bleef aankloppen om het hart van de prins weer te winnen. Het Zelf blijft proberen ons weer aan de Liefde die we Zijn te herinneren. De prins kiest er in het sprookje voor om de tovenares, die hij niet herkende, af te wijzen. Hij was, hoewel hij veel welvaart had, al niet echt gelukkig en het moment dat hij de vrouw afwees toen ze weer aanklopte, zakte hij verder af. Wat hij eraan overhield was een leermogelijkheid.

Een leermogelijkheid zoals het leven op aarde kan heel mooi zijn wat gesymboliseerd wordt door de schoonheid van de roos, maar kan ook als pijnlijk worden ervaren wat gesymboliseerd wordt door de doorns van de roos. Het leven op aarde is tijdelijk, wat gesymboliseerd wordt door het verwelken van de roos. Het gaat er dus om dat we tijdens dit leven op aarde leren liefhebben en het niet uitstellen. Het beest in het sprookje kan ook voor zijn eigen bestwil maar beter niet te lang wachten met het kiezen voor liefde.

We doen er verstandig aan de mogelijkheden om lief te hebben niet aan ons voorbij laten gaan. Dat wel doen wordt in het sprookje gesymboliseerd door het vallen van de blaadjes van de roos. Door leermogelijkheden om lief te hebben niet te gebruiken, krijgen we het gevoel ‘verdoemd’ te zijn. Het zal niet voor altijd zijn maar zo kan het wel worden ervaren. Wanneer de prins zou blijven weigeren lief te hebben zou hij volgens het sprookje voor altijd een beest zijn gebleven. Dit symboliseert hoe we het leven ervaren als we weigeren lief te hebben: alsof we voor altijd als ‘een beest’ zullen leven. Misschien in een mooi pak, maar nog altijd een beest.

We dienen hier in dit illusionaire leven op aarde te leren om onze Liefde te geven – ongeacht de verschijningsvorm dus onvoorwaardelijk – en om Liefde te ontvangen. Het betreft hier een universele (niet seksuele) Liefde. Wanneer we deze werkelijk toestaan dan doorbreken we de vloek. We kunnen dan echt genieten van het leven omdat we het Ware Zelf nu kennen.

Waar we de verwaande prins in het begin van het verhaal kunnen we dus zien als symbool voor het ego, staat Belle staat in het spookje symbool voor dat gedeelte van ons dat moed en visie heeft. Belle is dat deel van ons dat in staat is voorbij de verschijningsvorm te kijken. Ze weet voorbij te zien aan angst, hoogmoed, hebzucht, schuld, schaamte en razernij die soms wordt getracht verborgen te worden achter een puur materiële focus. Belle weet, hoewel ze ook heel assertief is, lief te hebben. Ze weet, haar naam eer aandoende, innerlijke schoonheid te zien. Het is hierin dat onze redding ligt. De vloek wordt verbroken. Belle en het beest, dat niet langer een beest is, komen samen. Het hele kasteel met al haar inwoners worden getransformeerd. Het is een wonder!

Liefde transformeert. Vergeving transformeert, ook al is het soms moeilijk en kan het een heel proces zijn. Dat maakt het niet minder de moeite waard. Vergeving transformeert hele persoonlijkheden. We kunnen het onszelf en elkaar makkelijk of moeilijk maken. We dragen allemaal een verantwoordelijkheid voor onszelf en elkaar. We kunnen elkaar het duister in trekken of terug het Licht in.

Vergeving transformeert wanneer het voldoende wordt toegepast hele werelden. Vergeving beëindigd de ‘vloek’ van het niet accepteren van het Ware Zelf. Het non-dualistische Licht van het Ware Zelf kan door vergeving steeds meer stralen en overal weerspiegeld worden. Ook in de hele maatschappij!

Kies jij hier ook voor?

Copyright © Marlon Wong-Sioe 2021

Bronvermelding: Belle en het beest. Disney 1991

Lees hier als je wilt meer van Marlon zijn columns over liefde, gezondheid en duurzaamheid.

Als een van zijn columns je aanspreekt, dan zal het boek ‘Een Spirituele Samenleving’ je waarschijnlijk ook aanspreken! Nu hier te koop evenals de dichtbundel ‘Velden van Smaragd’!

Zelf meedenken over het onderwerp? Word dan lid van de groep: Samen een Spirituele Samenleving creëren

Like als je wilt ook de pagina: Een Spirituele Samenleving: mens-, dier- en milieuvriendelijk samenleven en/of Marlon Wong-Sioe.

Marlon Wong-Sioe studeerde hbo Theologie en is schrijver van het boek ‘Een Spirituele Samenleving: een gids om mens-, dier- en milieuvriendelijk samen te leven’ en de dichtbundel ‘Velden van Smaragd: gedichten geïnspireerd op de betoverende schoonheid van de natuur.’